Omgaan met dagelijkse onvoorziene gebeurtenissen zonder onze financiële stabiliteit aan het wankelen te brengen, wordt steeds moeilijker. Voortdurend stijgende prijzen, instabiele banen en ‘normale’ uitgaven maken het meer dan ooit noodzakelijk om een noodfonds aan te leggen. Maar de grote vraag is: hoe doe je dat zonder het heden op te geven of te leven met het ongemakkelijke gevoel de broekriem aan te halen? In dergelijke omstandigheden vormen regels zoals 10/30/60 een praktisch en realistisch alternatief om de persoonlijke financiën te beheren.
Het concept stelt voor om het maandelijkse netto-inkomen in drie functionele blokken te verdelen: 10% om te sparen (inclusief een noodfonds), 30% om schulden en andere financiële verplichtingen af te betalen en 60% om de dagelijkse uitgaven te dekken en onze levensstijl te ondersteunen. In tegenstelling tot de traditionele 50/30/20-regel is deze formule ontworpen om beter geschikt te zijn voor gestreste economieën, waar schulden een aanzienlijk percentage van het inkomen vormen en de kosten van levensonderhoud slechts een kleine marge voor besparingen overlaten.
10% sparen: je vangnet
Die eerste 10% gaat naar het opbouwen van een noodfonds. Dit is geld dat uitsluitend opzij wordt gezet voor onverwachte situaties: een kapot apparaat, een autoreparatie, een buffer in geval van ontslag of een onvoorziene medische kostenpost.
Experts raden aan om in deze rubriek minimaal een fonds te hebben dat drie tot zes maanden basisuitgaven dekt. Om dit zonder stress te doen, is het ideaal om progressieve doelen te stellen (begin bijvoorbeeld met 500 euro, dan 1.000 euro, enzovoort totdat je een steviger buffer hebt). Zodra dit doel is bereikt, kan het geld worden gebruikt om puur te sparen voor toekomstige projecten. Het belangrijkste is om niet te vertrouwen op “laten we eens kijken of er deze maand nog iets over is ” en om automatisch een overschrijving te doen naar een aparte rekening zodra je betaald krijgt. Volgens de Bank van Spanje is dit kleine gebaar een van de belangrijkste bepalende factoren voor het succes van sparen op middellange termijn.
30% van de schulden: financiële lasten verlichten
Het tweede deel van dit voorstel, 30% van ons inkomen, zou worden gebruikt om schulden af te betalen: persoonlijke leningen, creditcards of hypotheken. Het idee is om te voorkomen dat de maandelijkse schuldaflossingen ooit dit derde deel van het inkomen overschrijden. Een hoger percentage zou duiden op een mogelijk risicovolle situatie. Zoals de Consumenten en Gebruikers Organisatie waarschuwt, komt meer dan 35% van je salaris aan schuldaflossingen al dicht bij de drempel van overmatige schuldenlast.
Met deze aanpak vermijden we ook de klassieke val van het betalen van rente over een deel van het geld dat we zouden kunnen sparen of beleggen. Als een schuld is afbetaald, nodigt de methode uit om dat bedrag opnieuw toe te wijzen aan andere doelen, zoals sparen of om het lopende uitgavenbudget uit te breiden, maar op een evenredige en doelgerichte manier.
60% om te leven zonder zorgen
De rest van ons resterende inkomen, dat wil zeggen 60% van het totaal, wordt gereserveerd voor het dagelijks leven: huisvesting, vervoer, voeding, kleding, vrije tijd, digitale abonnementen… Deze verhouding zorgt ervoor dat we kunnen ademen, vooral in tijden waarin de basisuitgaven de pan uit rijzen. Zoals financieel adviseur Natalia de Santiago uitlegt, “de sleutel tot een goed financieel plan is niet de starheid ervan, maar het vermogen om het in de loop van de tijd vol te houden zonder stress te veroorzaken”.
Er zijn digitale tools die het mogelijk maken om uitgaven te categoriseren en het budget te controleren, om onzichtbare lekken onderweg op te sporen, vooral in microbestedingen en automatische betalingen (abonnementen, app-bestellingen, enz.). Het monitoren van dit blok helpt niet alleen om beter te besparen, maar ook om gewoontes te identificeren die vervangen kunnen worden door duurzamere opties.
Een methode aangepast aan de realiteit van 2025
De huidige economische context, met hoge rentetarieven, stijgende prijzen en volatiliteit op de arbeidsmarkt, maakt de 10/30/60-methode bijzonder zinvol. Ze is minder agressief dan andere spaarsystemen en maakt het mogelijk om financiële verantwoordelijkheid te verzoenen met een leven zonder extreme afstand te doen. Het biedt ook flexibiliteit: het gaat niet om het rigide vastleggen van uitgaven, maar om het bieden van een leidraad. Als iemand geen schulden heeft, kan die 30% worden gebruikt om te sparen, te investeren of zijn persoonlijke uitgavenmarge te vergroten. Als het inkomen stijgt, kan het aandeel worden aangepast.
Kortom, in een tijd waarin veel gezinnen van dag tot dag leven en de marge voor onvoorziene gebeurtenissen schaars is, is de 10/30/60 een formule die ons uitnodigt om te reorganiseren zonder te beschuldigen, om te voorzien zonder te verstikken. En vooral om te begrijpen dat financiële stabiliteit niet wordt bereikt door grote gebaren, maar door kleine, volgehouden en goed gerichte beslissingen. Want, zoals financieel expert Ramit Sethi ons eraan herinnert, “het gaat er niet om elke cent te sparen, maar om bewust uit te geven en te leven met controle”.