Een onderwatervondst heeft een van de grootste mysteries uit de oudheid nieuw leven ingeblazen, met nieuw bewijs dat de geschiedenis zou kunnen veranderen.
Archeoloog en onderzoeker Michael Donnellan beweert dat hij de overblijfselen van de legendarische stad Atlantis voor de kust van Cadiz heeft gevonden. Hij presenteerde zijn bevindingen tijdens de Cosmic Summit conferentie in North Carolina, waar hij ook een documentaire liet zien met beelden die verkregen waren met onderwatertechnologie.
De archeoloog beweert dat hij, na acht jaar werken met sonar en LiDAR-scanners, drie concentrische onderwatermuren heeft geïdentificeerd die in de zeebodem zijn uitgehouwen. Volgens Donnellan komen de afmetingen en indeling overeen met de stad die Plato beschreef in de dialogen Timaeus en Critias.
Donnellan beweert ook een rechthoekig monument in het centrum te hebben gelokaliseerd, dat hij in verband brengt met de tempel van Poseidon. Het complex bevat gebeeldhouwde kanalen, ingestorte muren en perfect uitgehakte stenen blokken, wat duidt op een grootschalige kunstmatige constructie.
Op de beelden is te zien hoe zijn team deze structuren onder water onderzoekt. Ze tonen rechte hoeken, vlakke oppervlakken en enorme rechthoekige stenen die van hun oorspronkelijke plaats zijn gehaald, alsof ze door een grote catastrofe zijn opgeworpen.
Wetenschap of mythe
Hoewel een groot deel van de wetenschappelijke gemeenschap Atlantis als een mythe beschouwt, gelooft Donnellan dat deze aanwijzingen een basis bieden om dat standpunt te herzien, omdat volgens hem alles klopt met wat Plato beschreef.
De archeoloog brengt de vernietiging van de site in verband met een mogelijke catastrofe zo’n 11.600 jaar geleden en zegt dat hij nog maar een kwart van het gebied heeft onderzocht. Volgens hem zou dit nieuwe inzichten in de oude geschiedenis kunnen opleveren.