De skeletresten zijn tussen de 4.500 en 4.800 jaar oud. Tot nu toe werd het geloof dat dit hun voorouders waren slechts als theorie beschouwd.
Een internationaal team van onderzoekers is erin geslaagd om voor het eerst het volledige genoom te sequencen van een individu dat tussen 4.500 en 4.800 jaar geleden in het Oude Egypte leefde. De analyse heeft geleid tot de ontdekking van een onverwachte genetische mix, zoals wordt uitgelegd in een uitgebreid artikel dat is gepubliceerd in CNN.
De resten behoren toe aan een volwassen man wiens skelet in 1902 werd gevonden in een in de rotsen uitgehouwen tombe in het dorp Nuwayrat, ten zuiden van Caïro. Zijn lichaam werd gedeponeerd in een verzegeld keramisch vat, een omstandigheid waardoor het DNA uitzonderlijk goed bewaard bleef. Het onderzoek is gepubliceerd in het tijdschrift Nature.
Met behulp van geavanceerde sequencingtechnieken konden experts tandmonsters analyseren en niet alleen de genetische oorsprong van het individu bepalen, maar ook informatie over zijn dieet, omgeving en botgezondheid. Ze ontdekten tekenen van osteoartritis, slijtage van het skelet en misvormingen van het bewegingsapparaat die geassocieerd worden met zware fysieke arbeid, mogelijk in verband met pottenbakken.
De overledene was iets langer dan 1,50 meter en stierf tussen 44 en 64 jaar, een hoge leeftijd voor die tijd. Ondanks zijn duidelijke arbeidsstatus werd hij begraven in een ceremonieel vat, wat ongebruikelijk is voor mensen met een lage sociale status, wat wijst op een hoge status of uitstekende professionele bekwaamheid.
Genetische kenmerken en erfenis
Onderzoekers stelden vast dat de persoon een donkere huid, bruine ogen en bruin haar had. Een isotopische analyse van het gebit onthulde een dieet op basis van tarwe, gerst en dierlijke eiwitten, karakteristiek voor bevolkingsgroepen die rond de Nijl leefden tijdens de Vroegdynastie.
De gebruikte techniek, bekend als shotgun sequencing, maakte het mogelijk om een compleet beeld van het genoom te verkrijgen zonder verdere schade aan het specimen toe te brengen. Het DNA werd uit de tandwortel gehaald, een van de gebieden met de grootste capaciteit voor genetisch behoud.
Een van de meest relevante onthullingen van het onderzoek is de identificatie van 20% genetisch materiaal dat samenvalt met oude Mesopotamische populaties. Dit bevestigt dat er al in het derde millennium voor Christus een biologische uitwisseling was tussen Egypte en de gebieden in West-Azië.
Tot nu toe waren banden met deze regio’s gebaseerd op archeologisch bewijs zoals aardewerk of technologie, maar de vondst levert direct genetisch bewijs van migraties en culturele invloeden in de vroege stadia van de Egyptische beschaving.