Deflatie is een nieuw probleem voor de ECB, dat een verdere verlaging van de rente dichterbij brengt en ook gevolgen heeft voor Nederland.

Vrijdag presenteerde François Villeroy de Galhau, president van de Banque de France, een scenario dat de Europese Centrale Bank zorgen baart. Er zijn verschillende factoren die aanleiding geven tot bezorgdheid over aanhoudend lage inflatie, zoals dat ook al het geval was vóór de pandemie. “Dit kan het risico vergroten dat we onze inflatiedoelstelling niet halen. Dat is een risico waarmee we rekening moeten houden”, waarschuwde hij. Voor een open en handelsafhankelijke economie als die van Nederland zijn deze signalen van bijzonder belang.

De president van de Franse centrale bank wees met name op de kracht van de euro, die bijna 1,20 dollar noteert. Volgens berekeningen van de ECB leidt een stabiele appreciatie van de euro met 10% ten opzichte van de dollar tot een daling van de inflatie met 0,2 procentpunt, omdat de import goedkoper wordt en de export duurder. Voor Nederlandse exporteurs, van bloemenkwekers tot hightechbedrijven, is dit een directe klap voor hun concurrentiepositie op de wereldmarkten. Sinds het begin van het jaar is de euro met 14% gestegen, wat ernstige problemen veroorzaakt voor het Nederlandse bedrijfsleven.

Luis de Guindos, vicevoorzitter van de ECB, waarschuwde ook dat een stabiele koers boven 1,20 dollar negatieve gevolgen zal hebben. De ECB geeft zelden commentaar op wisselkoersen, dus zijn woorden onderstrepen de ernst van de situatie.

De olieprijs is een andere deflatoire factor. De daling van de grondstofprijzen, die in euro’s bijna het laagste niveau in een jaar hebben bereikt, betekent verlichting voor de Nederlandse consument aan de pomp en lagere kosten voor transport- en industriële bedrijven. Op de lange termijn versterkt dit echter de druk op de toch al lage inflatie.
Een bijkomende factor is de instroom van goedkopere goederen uit Azië, die deels wordt veroorzaakt door de handelsoorlog tussen de VS en China. Een groot deel van deze import komt via de haven van Rotterdam Europa binnen, wat een directe invloed heeft op de prijzen in de Nederlandse winkels en de inflatie helpt beteugelen.

Het valt nog te bezien hoe deze combinatie van factoren zich zal vertalen in de CPI-cijfers voor Nederland. De ECB heeft al voorspeld dat de inflatie onder de doelstelling van 2% kan dalen en daar tot begin 2027 kan blijven. Deze prognoses zijn gemaakt vóór de recente stijging van de euro, dus de realiteit kan nog zorgwekkender zijn voor de economie, die met alle macht probeert de binnenlandse vraag te stimuleren.

Tegen deze achtergrond wordt binnen de ECB steeds vaker gesproken over een mogelijke verdere verlaging van de rente. Een dergelijke stap zou op drie fronten tegelijk kunnen helpen: de groei van de euro beteugelen, de inflatie ondersteunen en de economie stimuleren. Voor Nederland, waar veel huishoudens hoge hypotheekschulden hebben, is een deflatoire spiraal bijzonder gevaarlijk, omdat deze de reële schuldenlast verhoogt.

Dit idee stuit echter op weerstand. Joachim Nagel, president van de Duitse Bundesbank, verklaarde: “We moeten niet nerveus worden als de inflatie tijdelijk onder de 2% daalt.” Dit standpunt staat traditioneel dicht bij dat van de Nederlandse centrale bank (DNB), die doorgaans de meer “hawkish” houding van Duitsland deelt. Dit zorgt voor interne spanningen binnen de ECB, waar voorstanders van een versoepeling van het beleid worden geconfronteerd met een kamp dat bang is voor buitensporige stimuleringsmaatregelen.

Delen: