Twee spectaculaire scheepswrakken ontdekt in de Zuid-Chinese Zee herschrijven de geschiedenis van de Zijderoute

Sommige van ’s werelds grootste archeologische vindplaatsen, zoals Chichen Itza of Pompeii, liggen aan het aardoppervlak. Andere liggen echter diep onder de grond of tientallen, zo niet honderden meters onder de oceaan. Zo hebben Chinese archeologen in oktober 2022 op een diepte van ongeveer 1500 m voor de kust van Sanya op het eiland Hainan (Zuid-Chinese Zee) twee scheepswrakken gevonden die dateren uit de Ming-dynastie (1368-1644). De schepen liggen ongeveer 14 zeemijl van elkaar in een tot nu toe weinig onderzocht deel van de zeebodem.

Ming-schatten: porselein, munten en natuurlijke artefacten

Technologie in dienst van onderwaterarcheologie

Het bergen van de wrakken werd uitgevoerd met behulp van de bemande onderzeeër Deep Sea Warrior, die onder andere video-opnamen van de wrakken en het verzamelen van artefacten door robotarmen mogelijk maakte. Het project, geleid door China’s National Administration of Cultural Heritage, nam bijna een jaar in beslag om ervoor te zorgen dat de nauwgezette opgraving de archeologische materialen niet beschadigde.

Een mariene schat

Uit het eerste wrak haalden de onderzoekers een opmerkelijke 890 artefacten. Hieronder bevonden zich geglazuurd porselein, kommen, borden en vaten uit de prestigieuze ovens van Jingdezhen, beroemd om hun productie in het Ming-tijdperk. Er werden ook koperen munten en aardewerkfragmenten gevonden, wat bevestigt dat het gezonken schip als exportschip fungeerde.

Het tweede wrak daarentegen bevatte 38 artefacten, waaronder exotische houtsoorten, hertengeweien en tulbandschelpen, materialen die waarschijnlijk naar het vasteland van China werden vervoerd als onderdeel van een importhandel. Dit verschil in lading suggereert een handelsstroom in twee richtingen in de Zuid-Chinese Zee tijdens de Ming-periode.

Specifiek, volgens voorlopige analyse, behoren de artefacten tot de Hongzhi (1488-1505) en Zhengde (1506-1521) fasen van de Ming-dynastie. Deze data vallen samen met een periode van opmerkelijke expansie van de maritieme handel in Oost-Azië, nog voor de aanhoudende aanwezigheid van Europeanen in de Indische Oceaan.

De Zuid-Chinese Zee en de Maritieme Zijderoute

De ontdekking is door Chinese autoriteiten beschreven als direct bewijs voor het gebruik van de Zuid-Chinese Zee als hoofdader van de oude maritieme zijderoute. In tegenstelling tot de bekendere route over land, verbond dit maritieme netwerk havens langs de Chinese kustlijn met regio’s in Zuidoost-Azië, India en daarbuiten via een systeem van zowel kust- als transoceanische handel.

De uitzonderlijke aard van de vondst heeft ertoe geleid dat archeoloog Yan Yalin het heeft omschreven als een opmerkelijke archeologische ontdekking in diep water, zowel wat betreft de staat van bewaring van de artefacten als hun waarde voor het reconstrueren van handelsroutes in het Verre Oosten.

Een dicht netwerk van culturele en technologische uitwisseling

Van de 4e eeuw voor Christus tot de 15e eeuw na Christus fungeerden de havens van Zuidoost-Azië als centra voor de uitwisseling van goederen, maar ook als plaatsen van technische innovatie en cultureel contact. In nederzettingen zoals Khao Sam Kaeo (op de huidige Isthmus of Kra, Thailand), bijvoorbeeld, ontstonden werkplaatsen waar edelstenen zoals jaspis, carneool en agaat werden gesneden.

Opmerkelijk is dat veel van deze voorwerpen niet al gefabriceerd werden geïmporteerd, maar lokaal werden gemaakt door buitenlandse ambachtslieden die zich aan de kusten van Zuidoost-Azië hadden gevestigd. Zo werden deze havenenclaves omgevormd tot hybride polen van artistieke creatie, technologische overdracht en culturele coëxistentie die vooruitliepen op premoderne vormen van globalisering.

Dit fenomeen houdt rechtstreeks verband met de ontdekking van de scheepswrakken van de Ming. De aanwezigheid van exotische grondstoffen zoals hertengeweien of schelpen wijst niet alleen op actieve handel, maar ook op het bestaan van georganiseerde economische netwerken die verder gingen dan eenvoudige ruilhandel in luxegoederen.

Een ontdekking die de geschiedenis herschrijft

Het naast elkaar bestaan van exportporselein en geïmporteerde natuurlijke materialen in hetzelfde zeegebied duidt op een vloeiend, onderling verbonden en geraffineerd handelssysteem. De twee wrakken vertegenwoordigen archeologisch bewijs van onschatbare waarde van een tijd waarin de Ming-dynastie de maritieme handel actief bevorderde en waarin Aziatische havens functioneerden als motoren voor de circulatie van goederen, technieken en stijlen.

Deze ontdekking stelt ons in staat om de centrale rol van de Zuid-Chinese Zee in de geschiedenis van de wereldhandel te heroverwegen en biedt nieuwe aanwijzingen om de complexiteit van de Aziatische routes te begrijpen vóór de globalisering die door de Europese koloniale machten werd aangedreven. Het laat ook zien hoe onderwaterarcheologie, dankzij nieuwe technologieën voor diepzee-exploratie, nieuwe manieren kan openen om het verleden te bestuderen.

Een buitengewone vondst in diep water

De opgraving van deze twee scheepswrakken levert niet alleen materieel bewijs van de scheepvaartroutes van de Ming-dynastie, maar onthult ook de dichtheid en rijkdom van de handel die het pre-moderne Azië vorm gaf. Van porselein uit Jingdezhen tot schelpen uit de tropen, munten, keramiek en zeldzame houtsoorten, de geborgen voorwerpen illustreren een actieve maritieme economie in twee richtingen.

Deze ontdekking nodigt ons ook uit om het traditionele verhaal van de Zijderoute als een hoofdzakelijk terrestrisch netwerk te heroverwegen. Eeuwenlang was de Zuid-Chinese Zee een dynamische corridor van handel, cultuur en innovatie, waarvan deze wrakken het bewijs zijn.

Delen: