Bulgarije staat op het punt een beslissende stap te zetten in zijn Europese integratie door op 1 januari 2026 de euro als officiële munteenheid aan te nemen. Deze verandering betekent een belangrijke ommekeer voor dit Balkanland, dat sinds 2007 lid is van deEuropese Unie en momenteel de lev als munteenheid gebruikt. Als 21e land dat toetreedt tot de eurozone hoopt Bulgarije zijn economie en politieke klimaat beter te stabiliseren en tegelijkertijd de banden met zijn Europese buren aan te halen.
Goedkeuring en politieke informatie
De overgang naar de euro kreeg op 8 juli 2025 groen licht van de ministers van Financiën van de Europese Unie, in een context waarin dedigitale euro wordt ontwikkeld om financiële transacties te transformeren. Daarvoor hadden de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank (ECB) al bevestigd dat het land aan de economische criteria voldeed. Bulgarije wilde de euro aanvankelijk eerder invoeren, maar door periodes van hoge inflatie en een politieke crisis moest het de geplande datum uitstellen.
De Bulgaarse premier Rossen Jeliazkov noemde deze beslissing “historisch” in een bericht op social media: “We hebben het gedaan!” Europees commissaris Valdis Dombrovskis herinnerde eraan dat toetreding tot de eurozone niet alleen een verandering van munteenheid betekent, maar ook een betere en welvarendere toekomst voor het land en zijn burgers.
Economische situatie
Op economisch vlak blijft Bulgarije het minst welvarende land van de Europese Unie, met een bbp per inwoner van 24 200 euro, wat neerkomt op amper 55 % van dat van een Duitser. Ter herinnering: het gemiddelde in de EU bedraagt 37 600 euro per inwoner. Bovendien bedraagt de bijdrage van Bulgarije slechts 0,6% van het totale bbp van de EU.
Deze cijfers onderstrepen de economische moeilijkheden van het land. Voorstanders van de euro zien echter een mooie kans om de positie van het land binnen het Westen te verbeteren en de situatie op lange termijn een impuls te geven.
Reacties van het publiek en onenigheid
De aankondiging van de komst van de euro werd niet door iedereen toegejuicht. In Sofia kwamen duizenden demonstranten op straat met spandoeken met de tekst “Nee tegen de euro”, waarmee ze uiting gaven aan dezelfde angsten als die welke worden verspreid door bepaalde complottheorieën over de digitale euro. Uit recente peilingen blijkt dat ongeveer de helft van de ondervraagden bang is voor deze monetaire overgang en een sterke stijging van de prijzen vreest.
Veselin Dimitrov, een 43-jarige muzikant, is van mening dat deze anti-eurodemonstraties “het stempel van het Kremlin” dragen en waarschuwt dat geen enkele nieuwe munt alle diepgewortelde problemen van het land kan oplossen. Hij herinnert eraan dat de invoering van de euro weliswaar enkele economische voordelen kan opleveren, maar geen wondermiddel is.
De beloften van de Bulgaarse regering
Om de bezorgdheid van sommige burgers weg te nemen, heeft de Bulgaarse regering een “harmonieuze” en “efficiënte” overgang naar de euro beloofd. De premier heeft verzekerd dat alle nodige maatregelen zullen worden genomen om de overgang zonder al te veel verstoringen te laten verlopen en dat de integratie in de eurozone onder de beste omstandigheden zal plaatsvinden.
De recente geschiedenis laat zien dat verschillende landen deze overgang al soepel hebben doorgevoerd. De euro werd op 1 januari 1999 eerst ingevoerd voor elektronische transacties en op 1 januari 2002 kwamen de munten en biljetten in omloop. Destijds hadden twaalf lidstaten – Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, België, Nederland, Luxemburg, Oostenrijk, Finland, Ierland en Griekenland – deze munt aangenomen. Daarna volgden nog acht andere landen: Slovenië in 2007, Cyprus en Malta in 2008, Slowakije in 2009, Estland in 2011, Letland in 2014, Litouwen in 2015 en ten slotte Kroatië in 2023.