Terwijl de levensverwachting jaar na jaar stijgt en de wettelijke pensioenleeftijd op 64 jaar is vastgesteld, hoeveel jaar hebben we dan nog te leven in “goede gezondheid”? De stand van zaken volgens onderzoekers.
Nu de wettelijke pensioenleeftijd is vastgesteld op 64 jaar, hoeveel extra levensjaren komen er na deze mijlpaal bij? Volgens een onderzoek van de Direction de la Recherche, des Études, de l’Évaluation et des Statistiques (Drees) stijgt de levensverwachting sinds 2008 gestaag, zowel voor vrouwen als voor mannen.
Het wetsvoorstel (PPL) ter bestrijding van medische woestijnen zorgt voor opschudding in de medische wereld. Een intersyndicale beweging roept op tot een staking van coassistenten en een nationale mobilisatie.
Op 64-jarige leeftijd kunnen vrouwen nog 13 jaar zonder beperkingen leven, dat wil zeggen zonder beperkingen in hun dagelijkse bewegingen. Deze cijfers liggen boven het Europese gemiddelde van 2 jaar en 6 maanden. Mannen kunnen rekenen op 10,5 jaar zonder beperkingen, een verschil van 1 jaar en 4 maanden met het Europese gemiddelde.
Een niveau dat dicht bij dat van vóór de pandemie ligt
Het aandeel van de jaren die zonder beperkingen kunnen worden geleefd, is sinds 2008 dus gestegen. In vijftien jaar tijd is dit aandeel gestegen van 44,7% naar 50,8% voor vrouwen en van 47,7% naar 52,9% voor mannen. “Tijdens de Covid-19-pandemie heeft de levensverwachting zonder beperkingen op 65-jarige leeftijd een grillig en belangrijk verloop gekend: in 2020 bleef ze stabiel, maar in 2021 steeg ze sterk, om vervolgens in 2022 even sterk te dalen en weer een niveau te bereiken dat dicht bij dat van 2020 ligt”, aldus de studie.