Reizen met contant geld: vanaf welk bedrag moet u dit aangeven bij de douane?

Het vervoeren van contant geld naar of vanuit  is vanaf een bepaald bedrag onderworpen aan een aangifteplicht. Dit bedrag geldt zowel voor contant geld als voor goud.

Wanneer we naar het buitenland gaan, vooral naar landen buiten de eurozone, nemen we soms een groot bedrag aan contant geld mee om ter plaatse aan onze wensen en behoeften te kunnen voldoen. Als dat het geval is, is de kans echter klein dat u dit hoeft aan te geven.

“U moet bij de douane aangifte doen van contant geld van € 10.000 of meer (of het equivalent daarvan in vreemde valuta) dat u vanuit of naar een ander land vervoert”, aldus de website van douane en indirecte belastingen. Dit geldt voor contant geld, goud en verhandelbare instrumenten aan toonder (cheques, reischeques, promessen, postwissels, enz.).

Een boete tot 50% van het bedrag

Alle reizigers, zowel als buitenlanders, moeten deze aangifte doen, ongeacht of zij eigenaar zijn van het vervoerde geld. “Het fysieke vervoer van contant geld voor een bedrag van € 10.000 of meer voor rekening van een rechtspersoon (onderneming, vereniging) is eveneens onderworpen aan de aangifteplicht”, verduidelijkt de douane.

Er zijn twee manieren om aan deze verplichting te voldoen. Via de online dienst Dalia kunt u online een aangifteformulier invullen en naar de douane sturen. Dit document moet ten vroegste 30 dagen vóór de reisdatum en ten laatste vóór het overschrijden van de grens worden ingevuld. Een andere mogelijkheid is om een formulier rechtstreeks bij de douane in te vullen bij het binnenkomen of verlaten van het grondgebied. Bij niet-aangifte, valse aangifte of het niet voorleggen van het geld kan de douane een boete opleggen van maximaal 50 % van het vervoerde bedrag en het volledige contante geld inhouden.

Delen: